zondag 20 februari 2011

Over de grens van en naar de vrijheid

Voor het vak Media & Maatschappij moest ik een opiniestuk schrijven. Ik koos voor het onderwerp vrijheid van meningsuiting. Een paar weken later kreeg ik een email van mijn docent Arnold Vonk met de mededeling dat ik in hun ogen een (bijzonder) goed opiniestuk heb geschreven en dat ik mag deelnemen aan de masterclass opiniestuk schrijven. Hieronder kunnen jullie my winning opiniestuk lezen!


Over de grens van en naar de vrijheid

Ik ben geboren in Bagdad, de hoofdstad van Irak. Hoewel ik vijf jaar was toen ik met mijn ouders en zus het land verliet, kan ik mij heel veel uit die tijd herinneren. Ik heb de Golfoorlog van 1991 meegemaakt. Die tijd heeft alles veranderd. Het heeft de doorslag voor mijn ouders gegeven om de beslissing te nemen het land uit te vluchten. Mijn ouders zagen geen toekomst in Irak voor mij en mijn zus. Daarnaast werden wij, christelijke Irakezen, toch wel anders behandeld dan de grote Islamitische meerderheid. Tenminste, dat is hoe mijn familie het ervoer. Wij zijn gevlucht om vrijheid, veiligheid en gelijkheid te vinden en boven alles een toekomst op te kunnen bouwen zonder fundamentele beperkingen.
Democratie in Irak heeft nooit bestaan en daarmee ook de vrijheid van meningsuiting niet. Ik zie mijn geboorteland als een koppig kind dat helaas alleen lijkt te gehoorzamen onder de strenge arm van een dictator. De angst voor de staat is en was sterk vooral tijdens het regime van Saddam Hoessein. Buitenshuis werd er nooit over politiek gesproken en deed je dat wel dan riskeerde je een bedreiging, gevangenisstraf of zelfs de dood.
In Nederland is dit ondenkbaar, hier is de vrijheid van meningsuiting vanzelfsprekend, een fundamenteel recht wat het ook behoort te zijn overal ter wereld. Maar cultuur, geloof en een corrupte regering maken dit vooral in de Arabische landen onmogelijk. Als je jezelf tegenwoordig in Irak iets te modern kleedt of een moderne kapsel neemt of moderne ideeën nastreeft (dus indirect je mening uit), word je geëxecuteerd.  
In Nederland heb ik nooit gevoeld of zelfs gedacht aan het feit dat ik een ‘buitenlander’ ben. Ik voel mij meer Nederlands dan Irakees. Ik kan de Arabische taal nog amper spreken, ik kan het niet lezen noch schrijven. Ik denk, voel en uit mij in het Nederlands. Soms vraag ik mij af of ik mij schuldig moet voelen voor het feit dat ik meer van Nederland houd dan van Irak. Ik heb (bijna) geen emotionele binding met Irak en ik hecht geen waarde aan Arabische culturele tradities. Ik zie mijzelf als een individu.
Ik zou graag willen zeggen dat Nederland zich moet inspannen voor het recht op vrije meningsuiting in andere landen. Maar als ik het realistisch bekijk, denk ik dat het onbegonnen werk is. Je wilt dan als land de hele Arabische mentaliteit veranderen. Dat is zo verschrikkelijk moeilijk. In het Midden-Oosten zoals in Iran en Saoedi-Arabië is de regering zeer orthodox, bij hun heerst er een afkeer naar het westen. Zij vinden onze wetten en mentaliteit slecht, hoe kunnen wij hen dan ooit ervan overtuigen dat vrijheid van meningsuiting een fundamenteel recht van elk mens hoort te zijn? Ik hoop het nog mee te kunnen maken.
Leven zonder welke vrijheid dan ook is leven in gevangenschap.  Je mening uiten is een fundamenteel belang omdat het ons ontplooit tot een weldenkend en intellectueel individu. In mijn opinie weegt elke grondrecht even zwaar, maar toch vind ik de vrijheid van  meningsuiting de belangrijkste. Misschien besef ík dat sterker omdat ik zelf die onvrijheid in Irak heb beleefd.

zondag 6 februari 2011

Het einde van een tijdperk

De laatste tijd heb ik het nieuws nauwlettend in de gaten gehouden. De laatste ontwikkelingen in het Midden-Oosten en met name Egypte bezorgen mij slapeloze nachten. Ikzelf ben geboren in Baghdad de hoofdstad van Irak. Samen met mijn één jaar oudere zus en ouders woonde ik in Baghdad. Ik was te jong om te begrijpen hoe het toentertijd in Irak aan toe ging. Mijn familie leed onder het corrupte regime van Saddam Hoessein. De angst voor de staat was sterk, als klein meisje wist ik alleen dat ik buitenshuis nooit over politiek mocht spreken. In 1991 brak de Golfoorlog uit in Irak, die tijd heeft alles veranderd. Het sloeg letterlijk en figuurlijk in als een bom. Het was een turningpoint. Mijn ouders namen definitief het besluit om Irak te ontvluchten. In 1994 was het dan zover, we moesten nu echt álles achterlaten, naar een vreemd land en een heel nieuw leven opbouwen. Mijn vader is bouwkundig ingenieur, samen met mijn opa had hij ons huis vanuit de grond opgebouwd. Mijn moeder was natuurkundedocente op een middelbare school. Beide moesten hun banen opgeven, afscheid nemen van vrienden en familie.We moesten natuurlijk onderweg onderduiken alles moest in het geheim gebeuren daarom konden we niet rechtstreeks naar Nederland. Vluchten werd gezien als landverraad en daar stond de doodstraf op. We reisden via Jordanie,Turkije, Rusland en Roemenie naar Nederland. Het heeft uiteindelijk een jaar geduurd tot we in een asielkzoekerscentrum in Den Haag aankwamen.

De reden waarom ik zo met het Tunesische en Egyptische volk meeleef is omdat ik als geen ander weet hoe die onvrijheid, onderdrukking en corruptie voelt. Ik ben zo ongelovelijk blij dat het volk het heft in eigen handen heeft genomen en besloten heeft om niks meer van die corrupte regering te pikken. Ik ben ervan overtuigd dat dit de enige manier is om hervorming tot stand te brengen. Interventie door het buitenland zorgt voor een averechts effect lijkt het wel. Kijk maar naar Irak, het Amerikaanse leger heeft de situatie in Irak alleen maar verergerd. Het Iraakse volk had net als Egypte een revolutie teweeg moeten brengen, op eigen kracht.
Ik had nooit gedacht dat zoiets moois nu al kon plaatsvinden. Sterker nog ik had in mijn opiniestuk voor Media & Maatschappij het volgende geschreven: "Ik zou graag willen zeggen dat Nederland zich moet inspannen voor het recht op vrije meningsuiting in andere landen. Maar als ik het realistisch bekijk, denk ik dat het onbegonnen werk is. Je wilt dan als land de hele Arabische mentaliteit veranderen. Dat is zo verschrikkelijk moeilijk. In het Midden-Oosten is de regering zeer orthodox, bij hun heerst er een afkeer naar het westen. Zij vinden onze wetten en mentaliteit slecht, hoe kunnen wij hen dan ooit ervan overtuigen dat vrijheid van meningsuiting een fundamenteel recht van elk mens hoort te zijn? Ik hoop het nog mee te kunnen maken."

Een paar weken later was het dan zover, ik heb het mee mogen maken..

Tahrir!